 |
COLUMN 4
Een column door gastcolumnist Rini Biemans
Als ik ergens een hekel aan heb zijn het wel kunstenaars en kunstkenners, dat kleinzielige zelfvoldane volkje, hopeloos achter de feiten aanlopend, zich avant garde voelend, beroepend op helden uit het verleden en pratend over kunst alsof het een ding op zich is. Kunst moet gesteund. Bah, bah bah.
Ik vind dat je het kunstenaars zo moeilijk mogelijk moet maken, dit om kunst (wat het ook is) uitzonderlijk en noodzakelijk te maken. Niet subsidie is noodzakelijk, maar de kunst. Waar was ik gebleven, o ja, weg met alle kunstsubsidies ! Dit zal onthullende taferelen opleveren. Soms uitermate gênant, soms ook totaal verrassend en fris. Wil de kunst zich verder ontwikkelen is dit de manier. Laat de mensen maar lullen en fouten maken, anders leren ze nooit wat.
Groei, groei en nog eens groei en dat niet alleen, ook verbetering van kwaliteit, die twee gaan hand in hand in een hoe-we-het-ook-noemen economie als de onze.
En dan nu RUIMTEBEZETTEN, gelezen op de fraaie inhoudsloze website:
"Kern van het project is de aanwezigheid van kunst, kunstenaars en kunstenaarsinitiatieven in het Rotterdamse Stadhuis. In het jaar 2001, als Rotterdam culturele hoofdstad van Europa is, zullen zij naast de bestuurders van de stad en de andere gebruikers van het gebouw hun plaats innemen. Door de gestructureerde samenwerking die Ruimte Bezetten tussen de verschillende initiatieven en kunstenaars op gang brengt zal men kunnen komen tot een nadere definiering van het initiatief, profilering van het kunstenaarschap en het aantonen van de betekenis hiervan voor de stad. Er ontstaat door een productgerichte aanpak ruimte voor experimenten in samenwerkings-, kunst-, presentatie- en communicatievormen. Bovendien vestigt dit project de aandacht op de werkzaamheden van de kunstenaars door middel van presentaties voor een breed publiek; gebruikers (ambtenaren en bestuurders) en bezoekers van het stadhuis (mensen met zeer diverse culturele achtergronden en nationaliteiten). In Ruimte Bezetten is er sprake van een unieke samenwerking van kunstenaarsinitiatieven om zich als geheel te presenteren aan het publiek. De unieke mogelijkheid om het stadhuis te bezeten is een uiting van betrokkenheid van de lokale bestuurders bij hun kunstenaars. Het programma bestaat uit 4 fases die als uitgangspunt hebben het bezetten van fysieke en geestelijke ruimte."
Wat een lulkoek: de kern van het project is een paar ton subsidie en een overhead van 60%.
De opening in het STADHUIS van het project RUIMTEBEZETTEN. Ik ken de helft van de mensen (steeds dezelfde), iedereen loopt 'een beetje' interessant te doen en de drank is gratis. Er staan wat monitors met filmpjes, er loopt een verdwaalde politicus. Drie keer niks, ik zie het in één oogopslag, ik hoef de resultaten niet af te wachten. Het is een salon, je mag niet zomaar meedoen. De kunst is zoals kunst heden ten dage moet zijn; kunst om de kunst. De artistieke leiding van het project is krampachtig en zonder visie, het swingt niet. Het wordt een slepende kwestie.
De grootste misser is overigens dat ze het interessantste kunstenaarsinitiatief van Rotterdam, het Biemans Concern over het hoofd hebben gezien (waarschijnlijk uit angst of onkunde).
Kleinzieligheid is de vijand van het uitzonderlijke en zal dat altijd blijven. Elke institutionalisering bevordert kleinzieligheid en dit verstikt het grote gebaar. Zie hier het speelveld, om hetzelfde nogmaals in andere woorden te zeggen.
Vannacht raakte ik toch weer aan het twijfelen of ik dit zo moet schrijven. Immers je weet maar nooit wie er aanstoot aanneemt. Met andere woorden, het is niet handig. De mensen bij RUIMTEBEZETTEN doen hun best en gegeven de situatie is dit het hoogst haalbare, zou kunnen. Het is toch een goede grap: met subsidie het stadhuis bezetten, kom er maar eens op. Hebben we die ambtenaren even mooi om de tuin geleid.
Een laatste analyse. De subsidiëring ondersteund door de kwaliteitsdiscussie van de jaren tachtig/negentig van de vorige eeuw heeft kunstenaars dociel en afhankelijk gemaakt, met als gevolg toegepaste subsidiekunst. Verzet is nog mogelijk binnen 'het kader van de kunst'. Daarin wordt het dan ook volop gedaan, echter niemand kijkt, niemand neemt aanstoot (hooguit over het verspilde geld). Het zijn kinderen (dat is wel mooi) die tegen elkaar opbieden. Ze dalen af naar het 'gewone volk' of het 'echte leven' en tonen elkaar vol trots de meegebrachte trofeeën.
Waarom zou ik alles vertellen, dat doet niemand die een beetje vooruit wil komen in de wereld. Dat was de grootste vergissing in het begin van mijn carrière, dat ik dacht dat eerlijkheid beloond wordt, vergeet het, niets wordt beloond. Met afgrijzen horen mensen het aan, wij willen toch allemaal dat ons leven op een sprookje lijkt, dat het meer is dan alleen maar het leven van een hond of een kat (een vegeterend bestaan zogezegd).
Sprookjesvertellers worden beloond en terecht.
Adam & Eva aten van de boom der kennis en werden uit het paradijs verdreven. Op het moment dat wij deskundigheid (criteria) accepteren is het oprechte, directe, ongedwongene (= het paradijs, vrij vertaald) verleden tijd. Alles begint met een verlokking (de appel/subsidie) en vervolgens raken wij verstrikt in het proces van Kafka, waar slechts vertraging of schijnbare vrijspraak mogelijk is. En waar de uitkomst altijd dezelfde is:
"Maar om K.'s strot werden de handen van de ene heer gelegd, terwijl de andere het mes diep in zijn hart stak en het daar twee keer omdraaide. Met brekende ogen zag K. nog hoe de heren, vlak voor zijn gezicht, wang tegen wang de afloop gade sloegen. 'Als een hond!' zei hij, het was alsof de schaamte hem moest overleven." Het Proces, Franz Kafka
>> Biemans Concern
|

|
|